Factoren die discus hernia veroorzaken zijn onder andere tillen, trauma's (vallen), verkeersongelukken, discusdegeneratie (“discusdegeneratie” is het aftakelen van het discusmateriaal), of herhaalde buig-/draaibewegingen bij het optillen van zware voorwerpen. Overgewicht kan het risico op een discus hernia verhogen.

Met een discus hernia in de nekzone (cervicale wervelkolom) straalt de pijn doorgaans via het onderste gedeelte van de nek uit naar de arm, hand en/of vingers. Deze symptomen kunnen ook gepaard gaan met spierzwakte in de arm en/of een brandende pijn in de nek. In de onderrug (lumbale wervelkolom) kan deze spierzwakte, pijn en/of tintelingen in de benen veroorzaken.

Uw arts zal u fysiek onderzoeken en beelden van uw wervelkolom evalueren. Op deze beelden is het mogelijk dat een discus hernia en de zenuw(en) waartegen deze drukt waargenomen worden.

Rugpijn wordt doorgaans eerst klassiek behandeld met niet-steroïdale anti-inflammatoire medicatie zoals ibuprofen, verandering van activiteit en kinesitherapie. Als de klassieke therapie niet werkt, kan uw arts een epidurale injectie overwegen. “Epiduraal” betekent boven het vloeistofzakje (de dura) in het spinaal kanaal dat, naast de spinale vloeistof, ook het ruggenmerg en zenuwen bevat. Pijn in de onderrug die niet uitstraalt naar de benen, verbetert doorgaans niet met epidurale injecties.

Als deze injecties de pijn niet verhelpen en deze ernstig blijft aanhouden, dan kan beeldvorming door magnetische resonantie (MRI) van de cervicale of de lumbale wervelkolom overwogen worden. Na evaluatie van de MRI-scan zal uw arts de behandelingsopties met u bespreken.